Naamgeving (Etymologie): Thlaspi stamt waarschijnlijk af van het Griekse thlaein (samendrukken of afplatten). Dat slaat op de vorm van het hauwtje.
Arvense betekent op akkers groeiend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Eenjarig.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen:
Therofyt.
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus, september en oktober.
Stengels: De rechtopstaande, geribde stengels zijn kantig, kaal, bebladerd en naar boven toe vaak vertakt. In de volle zon kunnen de stengels paarsachtig verrkleuren.
Bladeren: Eerst wordt er een bladrozet gevormd. De verspreidstaande, langwerpige, lichtgroene bladereen worden tot 6 cm lang. Ze zijn grof bochtig getand, hebben een pijlvormige voet en zijn stengelomvattend.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen groeien in eindstandige trossen. De vier witte kroonbladen zijn 3-4 mm en de helmknoppen zijn geel. De vier kelkbladen staan tijdens de bloei af. Er zijn zes stijlen met een stempel.
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
kuleuven-kulak.be/bioweb
Vruchten: Een doosvrucht. De hauwtjes zijn rondachtig, 1-2 cm groot, breed gevleugeld (bovenaan tot 5 mm breed), aan de top ingesneden en bevatten vijf tot acht zaden. Ze hebben een afstaande steel. Zaden met lage, concentrische ribbels. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke, vaak omgewerkte grond (zand, leem, zavel, klei en stenige grond).
Groeiplaatsen: Akkers (graanakkers en hakvruchtakkers), moestuinen, bermen, dijken, puin, ruderale plaatsen (ook in de duinen), nieuwe plantsoenen, droge greppels, braakliggende grond, stortterreinen en gronddepots.
Verspreiding
Wereld: Koude en gematigde streken op het noordelijk halfrond. Ingeburgerd in oa. Chili en Nieuw-Zeeland.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Algemeen.
Wallonië: Algemeen.
Toepassingen
De scherp smakende zaden werden vroeger
gebruikt als vervanging voor mosterd.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 1, Jan Kops (1800)
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche
en Latynsche beschryvingen. Deel 2 (1796)
Visselcruyt
Cruijdeboek, deel 5, Rembert Dodoens. Cruyden, wortelen ende vruchten, diemen in die spijse ghebruyckt (1554)
Botanischer Bilderatlas nach De Candolle's Natürlichem Pflanzensystem, Carl Hoffmann (1884)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)