Naamgeving (Etymologie): Viburnum komt van het Latijnse viere (buigen of vlechten) of vibro (zwaaien of trillen), vanwege de buigzame takken. Lantana komt waarschijnlijk van het Latijnse lentare (buigen).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De bladeren zijn eirond en fijn getand. Van boven zijn ze donkergroen en aan de onderkant lichtgroen en witwollig. De bladsteel zonder klieren.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemen vormen samen een dichtbloemige, vlakke tuil die 5-10 cm breed wordt. De bloemen zijn roomwit, komvormig en 5-9 mm. Voor het open gaan zijn ze bovenaan iets rood. De bloemen ruiken naar vanille.
Bodem: Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge, voedselarme tot matig voedselrijke, kalkrijke grond (weinig of niet stuivend duinzand en op stenige plaatsen).
Wereld: Gematigde
streken in Zuidwest-Azië (tot in de Kaukasus), Noordwest-Afrika en Midden-Europa. In Zuid-Europa ontbreekt de struik in het grootste deel van het Middellandse-Zeegebied. Noordelijk tot in Zuid-Engeland, Nederland, België en Midden-Duitsland.
Nederland: Vrij zeldzaam. Het meest in de Hollandse duinen en in Zuid-Limburg.
Vlaanderen: Zeldzaam.
Wallonië Vrij algemeen.
Toepassingen
De jonge twijgen zijn zeer buigzaam. Vandaar dat ze vroeger werden gebruikt voor het bijeenbinden van takkenbossen. In het verleden vervaardigde
men uit de bessen inkt en van het zeer harde hout werden pijpenkoppen gemaakt.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 16, Jan Kops en F.W. van Eeden (1881)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Pflanzenleben des Schwarzwaldes, Friedrich Oltmanns (1927)
Kräuterbuch, Unsere Heilpflanzen in Wort und Bild, Friedrich Losch (1914)