Wilde planten in Nederland en België

Zachte ooievaarsbek - Geranium molle

Frysk-Earrebarrebek

English-Dove's-foot Crane's-bill

Français-Géranium mou

Deutsch-Weicher Storchschnabel

Synoniemen

Familie-Geraniaceae (Ooievaarsbekfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-De vrucht lijkt op de snavel van een ooievaar, vandaar de Nederlandse naam. Geranium komt van het Griekse geranios (kraanvogel), omdat de vrucht enigszins lijkt op de snavel van een kraanvogel. Molle betekent zacht.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Mei t/m november.

Afmeting-5-40 cm.


4028mdk09 - cc by-sa 3.0


Kenpei - cc by-sa 3.0


H. Zell - cc by-sa 3.0


Donald Hobern - cc by 2.0

Wortels-Een penwortel.


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0


Neuchâtel Herbarium - cc by-sa 3.0

Stengels-De uitgespreide, opstijgende of rechtopstaande stengels hebben lange witte haren van 1-2 mm en daartussen korte klierharen. Ze eindigen in de tweebloemige bloeiwijze.


Stefan lefnaer - cc by-sa 4.0


ophrys34 - cc by-sa 3.0


Stefan lefnaer - cc by-sa 4.0


Fornax - cc by-sa 3.0

Bladeren-De rozetbladen zijn rondachtig en handvormig, ongeveer tot aan het midden ingesneden. De bladrand is gelobd. Ze zijn zacht behaard. De steunblaadjes zijn eirond tot driehoekig, spits tot afgeknot, onregelmatig ingesneden en lichtbruin van kleur.


Benjamin Zwittnig - cc by 2.5 si


Stefan lefnaer - cc by-sa 4.0


Fornax - cc by-sa 3.0


4028mdk09 - cc by-sa 3.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijze is tweebloemig. De vijf kroonbladen zijn eerst roodpaars, maar later blauwpaars, helderroze of soms rozewit. Ze zijn omgekeerd hartvormig, 3 (4,5)-7 (-8,5) mm lang en aan de top meestal diep ingesneden, maar heel soms hebben ze een gave rand. Ze zijn nauwelijks langer dan de ietwat schuin afstaande kelk (met vijf kelkbladen). De vijf stempels zijn van binnen paars. Er zijn tien meeldraden (vijf voor de kelkbladen en vijf voor de kroonbladen).


AnRo0002 - cc0


AnRo0002 - cc0


Stefan lefnaer - cc by-sa 4.0


AnRo0002 - cc0

Vruchten en zaden-Een kluisvrucht. De vijf deelvruchten zijn meestal kaal en meestal met fijne dwarsrichels. De gladde zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.


Fornax - cc by-sa 3.0


Stefan lefnaer - cc by-sa 4.0


Hervé Goëau - tela-botanica.org - cc by-sa 2.0 fr


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, open plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke grazige grond (zand, leem zavel en klei) met een laagblijvende begroeiing.

Groeiplaatsen-Zandige bermen en dijken, gazons, droog grasland, weiland, binnenduinweiland, langs spoorwegen, voedselrijke ruigten, braakliggende grond, licht omgewerkte grond, akkers, moestuinen, enigszins ruderale plaatsen, plantsoenen en rivierduinen.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit West- en Midden-Europa, het Middellandse-Zeegebied en Zuidwest-Azië.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Algemeen.

Wallonië-Inheems. Algemeen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl