Naamgeving (Etymologie): Sedum is mogelijk afgeleid van het Latijnse sedere (zitten). De plant zat op rotsen. Anderen leiden de naam af van het Latijnse sedare (verzachten), enkele soorten werden vroeger als verzachtend middel gebruikt. Sexangulare betekent zeshoekig of zeskantig.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De lichtgroene bladen zijn lijnvormig, in omtrek rond, hebben aan de voet aan beide kanten een spoorvormig aanhangseltje en bovenaan geen stekelpuntje. De blaadjes hebben geen scherpe smaak en zijn 6-9 mm lang.
Vruchten: Een doosvrucht met vijf rechtopstaande kokervruchten. Tweezaadlobbig.
Digitale zadenatlas
Biotoop
Bodem: Zonnige, open plaatsen op droge, voedselarme, meestal kalkhoudende, zandige of grindrijke grond (zand, mergel en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Oude muren, grasland (stroomdalgrasland), rivierdijken (zandige plaatsen), rivierduinen, waterkanten (oeverwallen en op hoge grindafzettingen langs rivieren), krijthellingen (zandige plekken) en rotsachtige plaatsen.
Verspreiding
Wereld: Voornamelijk in Midden- en Zuid-Europa.
Nederland: Vrij zeldzaam. Het meest in het rivierengebied en langs de Overijsselse vecht.
Vlaanderen: Zeldzaam. Het meest in de Maasvallei.
Wallonië: Zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding
om te vergroten).
Flora Batava, deel 9, Jan Kops en Johannes Everhardus van der Trappen (1846)
Flora Danica Georg
Christian Oeder e.a. (1761-1888)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)