Naamgeving (Etymologie): Er zijn meerdere verklaringen voor de naam. Artemisia zou kunnen afstammen van het Grieksche artemès (gezond), vanwege de vele geneeskrachtige eigenschappen van de soorten van dit geslacht. Een tweede mogelijkheid is dat de naam is afgeleid van de godin van geboorte en vrouwen Artemis Eileythyia (de planten werden gebruikt bij vrouwenziektes). Ook is wel geopperd dat Artemis is vernoemd naar koningin Artemisia van Halikarnassos
in Karië, die voor haar echtgenoot een beroemd mausoleum liet bouwen. Maritima betekent van of aan de zee.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid, halfstruik.
Winterknoppen: Hemikryptofyt of chamaefyt.
Bloeimaanden: Augustus, september en oktober.
Afmeting: 30 tot 60 cm.
Wortels: Een korte, vertakte wortelstok.

http://herbariaunited.org
|

http://herbariaunited.org
|

http://herbariaunited.org
|

http://herbariaunited.org
|
Stengels: De kruipende
takken vormen bladrozetten en opstijgende bloeistengels. De stengelvoet wordt houtig. De stengels zijn grijs behaard. Vaak groeit Zeealsem in grote groepen.
Bladeren: De gesteelde en wollig behaarde bladeren zijn (drie-) dubbelgeveerd met lijnvormige, 1-2 mm brede, aan de top afgeronde en aan de zijranden omgekrulde slippen.
Ze verspreiden een sterke geur.
Bloemen: Tweeslachtig.
De bloemhoofdjes zijn 2-3 mm lang, eivormig, knikkend
of opgericht
en geel of oranjegeel van kleur. De omwindselbladen zijn witviltig. De bebladerde pluimen hebben trosvormige takken.
Vruchten: Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig.

Tracey Slotta - USDA-NRCS PLANTS Database |

© J. Dolstra - CC-BY-NC-SA-3.0
|

dzn.eldoc.ub.rug.nl
|
|
Biotoop
Bodem: Zonnige plaatsen op vochtige tot natte, zilte grond (slibhoudend zand, maar niet uitgesproken kleiig).
Groeiplaatsen: Kwelders of schorren (hoge, zandige plekken), aan de voet van zeedijken, moerassen (zoutmoerassen) en waterkanten (oeverwallen van zilte kreken).
Verspreiding
Wereld: Langs West- en Noord-Europese kusten, van Zuidwest-Frankrijk tot in het Oostzeegebied. Ook op binnenlandse zoutplekken in o.a.  Duitsland.

gbif.org
Nederland: Vrij algemeen vlak langs de Wadden- en de Zeeuwsche kust, zeldzaam in Zeeland en op de Waddeneilanden en zeer zeldzaam langs de Hondsbosse Zeewering.
Rode lijst 2012. Kwetsbaar. Trend sinds 1950: sterk afgenomen. Vrij zeldzaam. Oorspronkelijk inheems.

Verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Zeer zeldzaam in het kustgebied bij het Zwin (bij Knokke) en bij Nieuwpoort (aan de IJzermonding). In de 19de eeuw ook aan de Schelde bij Doel en Liefkenshoek en in 1929 nog in de omgeving van Bredene. Rode lijst. Met verdwijning bedreigd.

Wallonië: Niet in Wallonië.
Wetenswaardigheden
Zeealsem bevat santonine, een wormafdrijvend en insektenwerend middel. In Zeeland werd zij vroeger gedroogd en tussen het linnengoed gelegd, om de geur en de motten. Ook werd zij in hondenhokken gestrooid tegen de vlooien. Door kampeerders wordt de plant wel gebruikt om muggen buiten de tent te houden.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, Jan Kops en Herman Christiaan
van Hall. Deel 6 (1832)
|
Flora Batava, Jan Kops en Herman Christiaan
van Hall. Deel 6 (1832)
|

Flora Batava, deel 11, Jan Kops en P. M. E. Gevers Deijnoot (1853)
|

Flora Batava, deel 11, Jan Kops en P. M. E. Gevers Deijnoot (1853)
|

Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, deel 3, Johan Carl Krauss (1796)
|

Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, deel 3, Johan Carl Krauss (1796)
|

Deutschlands Flora in Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
|

Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus
Lindman (1917-1926)
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
|
 
|
 
|
|