Naamgeving (Etymologie): Juncus komt van het Latijnse jungere (verbinden), omdat soorten van dit geslacht werden gebruikt als bind- en vlechtmateriaal. Inflexus betekent naar binnen gebogen.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Hemikryptofyt.
Bloeimaanden: Juni, juli en augustus.
Afmeting: 20 tot 150 cm.
Wortels: Een gedrongen wortelstok.

Andrea Moro - CC BY-SA 4.0
|

http://herbariaunited.org
|

http://herbariaunited.org
|

http://herbariaunited.org
|
Stengels en bladeren:: De blauwgroene stengels zijn stug,
sterk geribd en
bevatten onderbroken merg. Zeegroene rus vormt zeer dichte pollen. De stengelvoet wordt omhuld door sterk glanzende, diep bruinrode tot paarsrode scheden zonder bladschijf.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloeiwijze is los en bevat veel bloemen. De bloeiwijze heeft rechtop of schuin omhoog staande takken. De bloemen hebben zes meeldraden.
Vruchten: Een doosvrucht. De vruchten zijn bruin tot bruinzwart en hebben een afgeronde en
dus niet ingedeukte top. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig.
Biotoop
Bodem: Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkrijke, minerale en vaak zwaardere, meestal verstoorde grond. Ook in brak milieu (klei, mergel, leem en duinzand).
Groeiplaatsen: Grasland (niet te intensief beweid grasland), bermen, waterkanten (langs sloten, vijvers, drinkpoelen, beken, poeltjes en kreken), afgravingen (klei-,
kalk-, leem- en schelpkalkgroeven),
kapvlakten en zeeduinen (duinvalleien, voormalige strandvlakten).
Verspreiding
Wereld: In Zuidwest- en Midden-Azië, Noordwest-Afrika, op enige eilanden in de Atlantische Oceaan en in Europa. Noordelijk tot in Zuid-Schotland en Zuid-Zweden. Ook hier en daar in de tropen, b.v. op Sri Lanka en Java en in het zuidoosten van Afrika. Ingeburgerd in Nieuw-Zeeland, Australië en in het oostelijke deel van Noord-Amerika.

gbif.org
Nederland: Vrij algemeen in laagveengebieden, in het rivierengebied, in Zeeland en in de Zeeuwse en Hollandse duinen, vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en in het noordelijk zeekleigebied en zeldzaam
tot zeer zeldzaam langs het IJsselmeer, op de Waddeneilanden en op de hoge zandgronden.
Rode lijst 2012. Thans niet bedreigd. Trend sinds 1950: stabiel of toegenomen. Algemeen. Oorspronkelijk inheems.

Verspreidingsatlas.nl
Vlaanderen: Vrij algemeen. Het meest in de Polders, de Duinen en de Leemstreek. Zeer zeldzaam in de Kempen. Rode lijst. Thans niet bedreigd.

Wallonië: Vrij algemeen, maar zeer zeldzaam in de Ardennen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Flora Batava, deel 13, Jan Kops, F. A. Hartsen en F.W. van Eeden (1868)
|

Flora Batava, deel 13, Jan Kops, F. A. Hartsen en F.W. van Eeden (1868)
|

Deutschlands Flora in
Abbildungen, Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
|
.jpg)
C
Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
|

Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
|
 
|
 
|
 
|
|