|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Zeewolfsmelk - Euphorbia paralias
Frysk-Strânduveldrek
English-Sea Spurge
Français-Euphorbe maritime
Deutsch-Strand-Wolfsmilch
Synoniemen
Familie-Euphorbiaceae (Wolfsmelkfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Wolfsmelk heeft te maken met het giftige melksap dat vrijkomt als de stengels
doorbreekt. Het sap heeft een bijtend en branderig (met name voor huid en ogen) effect en de 'wolf' (in de betekenis van de duivel) werd gezien als de veroorzaker.
Er zijn twee verklaringen van de wetenschappelijke naam Euphorbia. 1. Euphorbia is genoemd naar Euphorbios, de Griekse lijfarts van koning Juba de Tweede van Mauretanië. Hij gebruikte planten van het geslacht Euphorbia als geneeskruid.
2. Euphorbia komt van eu (goed) en pherboo (voeden), omdat het melksap werd gebruikt ter genezing van teringlijders.
Paralias is afgeleid van het Griekse paralios (aan zee groeiend).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Chamaefyt of geofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m juli.
Afmeting-30-60 cm.
|
|
|
|
Wortels-Een penwortel.
|
|
Stengels-Popvormend. De stengels staan rechtop. De stengelvoet verhout. De stengels hebben bovengrondse en ondergronds korte, niet bloeiende zijstengels.
|
|
|
|
Bladeren-Giftig. De verspreidstaande, licht blauwgroene bladen zijn kaal, vlezig, dik, langwerpig tot eirond, spits en niet getand. Ze zijn 1-3 cm lang en 1-6 mm breed. De dicht opeen zittende bladeren groeien al vanaf de stengelvoet. De onderkant heeft geen verhoogde middennerf. De bladrand is gaaf.
|
|
|
|
Bloemen-Eenslachtig. Eenhuizig. De bloemschermen bestaan uit twee tot negen (meestal drie tot zes) stralen en eironde, niet vergroeide schutbladen. De honingklieren op de rand van de schijnbloemen hebben de vorm van een halve maan. Ze hebben hoornvormige uiteinden. Vrouwelijke bloemen hebben een bovenstandig vruchtbeginsel met drie stempels. Mannelijke bloemen met vier meeldraden.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De doosvruchten zijn 3-5 mm breed en hebben fijne richeltjes. De gerimpelde zaden zijn bleekgrijs, met een mierenbroodje. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen op droge tot vochthoudende, matig voedselrijke tot voedselrijke, brakke, vaak stuivende grond (duinzand en fijn grind).
Groeiplaatsen-Stuivende helmduinen, duintjes op strandvlakten, duintjes met aanspoelselgordels langs nieuwe zeedijken en inhammen, op vloedmerk of soms langs boulevards en pieren.
Verspreiding
Wereld-Voornamelijk een kustplant van de Middellandse Zee en West-Europa.
Nederland-Inheems. Zeldzaam.
Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.
Wallonië-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl