Naamgeving (Etymologie): Aegopodium komt van het Griekse aix (geit) en podion (een klein voetje), vermoedelijk is de plant zo genoemd naar de vorm van de bladeren of omdat geiten het eten. Podagraria is afgeleid van het Latijnse podagra (voetjicht), waartegen de plant een geneesmiddel zou zijn.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De onderste bladeren zijn ruitvormig tot dubbel drietallig met langwerpige of eironde, getande slippen. De verspreidstaande stengelbladeren zijn kleiner en staan op korte, opgeblazen stelen. De bladeren bestaan uit een drietallig topblaadje en twee tweetallige zijblaadjes (samen zeven).
Bloemen: Tweeslachtig. De bloemschermen zijn 2-6 cm breed en bestaan uit tien tot twintig stralen. Het omwindsel ontbreekt meestal. De vijftallige bloemen zijn wit of soms roze en 2-3 mm groot. De kroonbladen zijn ingesneden. De randbloemen zijn stralend. Als de bloemen nog in de knop zitten zijn ze vaak rozeachtig. Het onderstandig vruchtbeginsel heeft twee stijlen en vijf meeldraden.
Vruchten: Een tweedelige splitvrucht. De groene vruchten zijn eivormig met smalle ribben en 3-4 mm lang. De deelvruchten zijn rond. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
kuleuven-kulak.be/bioweb
Digitale zadenatlas
Biotoop
Bodem: Half beschaduwde tot beschaduwde plaatsen op vochtige, voedselrijke, omgewerkte grond (zand, leem, zavel, klei en soms veen).
Groeiplaatsen: Bossen (beek- en rivierdalbossen en parkbossen), bosranden, heggen (voedselrijke zomen), aan de voet van beschaduwde hellingen, plantsoenen, waterkanten (beekoeverwallen en zandige slootkanten), tuinen, braakliggende grond, bermen
en ruigten.
Verspreiding
Wereld: In Europa, behalve in een groot deel van het Middellandse-Zeegebied. Oostelijk tot in het centrale deel van Siberië. Ingeburgerd in Noord-Amerika.
Nederland: Algemeen.
Vlaanderen: Algemeen.
Wallonië: Algemeen.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 5, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1828)
Laserpitium sylvestre Cruijdeboek, deel 2, Rembert Dodoens. Bloemen, welrieckende cruyden, saden, ende dyer ghelijcken (1554)
Kräuterbuch, Unsere Heilpflanzen in Wort und Bild, Friedrich Losch (1914)
Standortgewächse und Unkräuter in ihrer Beziehung zu Forst-, Garten- und Landwirtschaft und zu anderen Flächen, Julius Theodor Christian Ratzeburg (1859)
Illustrations of
the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
Bilder ur Nordens Flora, Carl Axel Magnus Lindman (1917-1926)
Deutschlands Flora in Abbildungen,
Jacob Sturm und Johann Georg Sturm
Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz, Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)