Naamgeving (Etymologie): Spergularia is afgeleid van afgeleid van Spergula (beide geslachten komen veel overeen). Spergula is afgeleid van het Latijnse spargere (uitstrooien), omdat deze planten hun zaden gemakkelijk uitstrooien. Salina betekent zoutminnend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur: Eenjarig, tweejarig of overblijvend.
Plantvorm: Kruid.
Winterknoppen: Therofyt of chamaefyt.
Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus en september.
Bloemen: Tweeslachtig. De 4-8 mm grote bloemen zijn roze met een wit centrum, helemaal wit of met een roze rand. De kroon is korter dan de kelk. Er zijn één tot vijf meeldraden.
Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - CC BY-SA 4.0
Vruchten: Een doosvrucht. Zaden 0,5-1 mm, meestal niet gevleugeld, zelden breed gevleugeld. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Bodem: Zonnige, open plaatsen op vochtige tot natte, zilte, weinig begroeide en vaak sterk verdichte grond.
Groeiplaatsen: Hoge, slibrijke kwelders (schorren), waterkanten (zilte plekken in zompige oeverzones en langs beweide sloten), grasland (afgegraven delen van zilt weiland en periodiek overstroomde laagten in zilt weiland), opgespoten grond, gipsdepots, mijnsteenbergen
en bermen (langs gepekelde wegen).
Verspreiding
Wereld: Oorspronkelijk uit Europa, Azië en Noord-Amerika. Nu in alle werelddelen (vaak in kustgebieden).
Nederland: Vrij algemeen in het kustgebied. Ook langs autosnelwegen in het binnenland.
Vlaanderen: Vrij algemeen. Het meest in het kustgebied.
Wallonië: Vrij zeldzaam.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 5, Jan Kops en Herman Christiaan van Hall (1828)
Flora Danica Georg
Christian Oeder e.a. (1761-1888)