|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Zinklepelblad - Cochlearia pyrenaica
Frysk
English-Pyrenean Scurvygrass
Français-Cranson des Pyrénées
Deutsch-Pyrenäen-Löffelkraut
Synoniemen-Cochlearia officinalis subsp. alpina, Cochlearia officinalis subsp. pyrenaica, Berglepelblad
Familie-Brassicaceae (Kruisbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-De Nederlandse naam is ontleend aan de vorm van de bladen. Cochlearia komt uit het Latijn (cochlear) en betekent lepel. Pyrenaica verwijst naar de Pyreneeën.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-April t/m juli.
Afmeting-10-40 cm.
|
|
|
|
Wortels
Stengels-Rechtopstaande, vrij rijkvertakte stengels.
|
|
|
|
Bladeren-De 1-4 cm grote rozetbladen zijn niervormig met een diep hartvormige voet. De stengelbladen zijn eirond-elliptisch, stengelomvattend en niet gelobd of onduidelijk drie- tot zevenlobbig.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De witte bloemen zijn 0,5-1 (-1,2) cm groot. De lepelvormige, wijd uiteenstaande kroonbladen worden tot 6 mm lang. De kapvormige, wit gerande kelkbladen zijn tot half zo lang als de kroonbladen. Er zijn zes gekromde meeldraden (met gele helmknoppen), die langer zijn dan het vruchtbeginsel.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-De vrij lang gesteelde spoelvormige tot eivormige, tot 2,2 cm lange hauwtjes lopen aan de voet en aan de top spits toe. De stijl (snavel) van de rijpe vrucht wordt tot 0,5 mm lang. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op natte, mineraalrijke, zinkhoudende of kalkrijke grond. Ook op stenige plaatsen.
Groeiplaatsen-Langs natte bospaden, brongebieden, beekoevers en rotsrichels.
Verspreiding
Wereld-Middelgebergten in West- en Midden-Europa. Ook in Groot-Brittannië.
Nederland-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen-Niet in Vlaanderen.
Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl