|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Zompvergeet-mij-nietje - Myosotis laxa subsp. cespitosa
Frysk-Feanferjit-my-net
English-Tufted Forget-me-not
Français-Myosotis gazonnant
Deutsch-Rasen-Vergißmeinnicht
Synoniemen- Myosotis cespitosa
Familie-Boraginacaea (Ruwbladigenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Over de Nederlandse naam leest u meer bij Akkervergeet-mij-nietje. Myosotis komt van het Griekse Myos (muis) en Otis (oortjes). De zachte beharing van de bloem en de vorm lijken enigszins op een muizenoor. Laxa betekent los of verwijderd en cespitosa is zodevormend.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig of soms overblijvend.
Plantvorm-Therofyt, hemikryptofyt of helofyt.
Hoofdbloei-Mei t/m augustus (september).
Afmeting-(10-) 15-45 (-100) cm.
|
|
|
Wortels-Worteldiepte tot 20 cm.
|
|
|
|
Stengels-De rechtopstaande, rolronde stengels zijn vanaf de voet vertakt. Ze zijn kaal of iets behaard met aangedrukte haren.
|
|
|
|
Bladeren-De langwerpige bladen zijn stomp en lopen vrijwel niet langs de stengel af.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijze met één of twee schutbladen. De helderblauwe bloemen zijn 2-5 mm groot. De kroonbladen zijn niet uitgerand en de zoom is vlak. De 1,1-1,5 mm lange stijl van de net uitgebloeide bloemen is meestal korter dan de kelkbuis. Na de bloei staat de bloemsteel af of kromt zich naar beneden.
![]() © Claud Biemans - verspreidingsatlas.nl |
|
|
|
Vruchten en zaden-Een splitvrucht. De kelk is klokvormig, tot op of over de helft ingesneden en heeft driehoekig-langwerpige slippen. De langgesteelde kelk wordt in de vruchttijd tot 5 mm lang. De nootjes zijn donkerbruin. De zaden zijn kortlevend (één tot vijf jaar). Tweezaadlobbig.
|
|
|
Biotoop
Bodem-Zonnige, open plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, 's zomers droogvallende, neutrale tot zwak zure, meestal kalkarme en vaak verstoorde grond (zand, leem, zavel, veen, klei en stenige plaatsen). Niet in brak water.
Groeiplaatsen-Moerassig grasland, hooiland, duinvalleien, rietkragen, beekoevers, langs vijvers, greppels, sloten, rivieren, kanalen, vennen en plassen van afgravingen (met name zand- en kleigroeven), overstroomde delen van uiterwaarden en trilveenmoeras.
Verspreiding
Wereld-West-, Midden-, Zuidwest- en Oost-Europa en verspreid in Azië. In Noord-Amerika groeit een andere ondersoort.
Nederland-Inheems. Algemeen.
Vlaanderen-Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië-Inheems. Vrij algemeen.
© 2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl