Naamgeving (Etymologie): Ribes is mogelijk door verwarring aan zijn naam gekomen. Ribas is de naam van een soort rabarber uit Libanon, Rheum Ribas, die door de Arabieren al heel vroeg als geneeskrachtig en laxerend kruid werd gekweekt. Toen de Arabieren in het door hen veroverde Spanje geen ribas aantroffen droegen ze de naam over op de ook zuur smakende aalbes waaruit eerst ribos en tenslotte ribes ontstond. Door anderen wordt de naam echter als een
verlatijnste vorm van Riebs beschouwd, een oud Duits woord
voor de ribes. Nigrum betekent zwart.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: Aan de onderkant zie je kleine bruinachtige tot gele klieren. De bladeren zijn drie- tot meestal vijflobbig en verspreiden een sterke geur. De schutbladen zijn spits. De knopschubben vallen vroeg af en eveneens met gele klieren.
Bloemen: Tweeslachtig. Lange hangende trossen met, roodachtige of bruinachtig groene, klokvormige, 7-8 mm grote bloemen. De behaarde kelk is teruggebogen en met gele klieren.
Bodem: Zonnige tot beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot meestal voedselrijke, matig stikstofrijke grond (laagveen, lemig, kleiig en zand).
Groeiplaatsen: Bossen (moerasbossen, beekdal- en rivierdalbossen en loofbossen in laagveengebieden), houtwallen, waterkanten (beekoevers en brongebieden), zeeduinen (binnenduinen) en soms in knotwilgen.
Verspreiding
Wereld: Koel-gematigde streken in Europa en Azië. Ingeburgerd in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.
Voor het kweken van deze bessenstruik is minder natte grond nodig. Zwarte bessen worden gebruikt voor het maken van sap en jam en als medicijn tegen verkoudheid, keelpijn en vermoeidheid.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 12, Jan Kops, P. M. E. Gevers Deijnoot en F. A. Hartsen (1865)
Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen, deel 4, Johann Carl Krauss (1800)
Cruijdeboek, deel 6, Rembert Dodoens. Van der boomen, haghen, ende alle houtachtighe gewassen, en van huerder vruchten, gummen ende sapen ondersceet, fatsoen, naem, natuere, cracht ende werkinghe (1554)
Afbeeldingen der fraaiste, meest uitheemsche boomen en heesters, deel 40, J.C. Krauss (1840)
Flora regni borussici, deel 12, A.G. Dietrich (1844)
Plantarum indigenarum et exoticarum Icones ad vivum coloratae, deel 1 (1788)
Bilder ur Nordens Flora, deel 2, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
British entomology, deel 6, J. Curtis (1823-1840)
Traité
des arbrisseaux et des arbustes cultivés en France, J.H. Jaume Saint-Hilaire (1825)
Etudes de fleurs et de fruits, Henriette Antoinette Vincent (geboren Rideau du Sal) (1820)
Hortus Eystettensis, deel 1, Bessler, Basilius (1620)
Kräuterbuch, Unsere Heilpflanzen in Wort und Bild, Friedrich Losch (1914)
Vollständige Beschreibung und Abbildung der Sämmtlichen Holzarten, F.L. Krebs (1826)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Svensk botanik, deel 3, J.W. Palmstruch e.a. (1807)
Medical Botany, deel 4, W. Woodville, W.J. Hooker, G. Spratt (1794)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 4, J.E. Sowerby (1865)
Monographie ou histoire naturelle du genre Groseillier, C.A. Thory (1829)
Histoire universelle du règne végétal, deel 10, P.J. Buchoz (1775-1778)