|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Zwarte lathyrus - Lathyrus niger
Frysk
English-Black Pea
Français-Gesse noire
Deutsch-Schwarzwerdende Platterbse
Synoniemen
Familie-Fabaceae (Vlinderbloemenfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Lathyrus komt van het Griekse Lathyros. een erwtensoort die vroeger door arme mensen werd gegeten. Lathyrus is een samenstelling van la (zeer) en thuros (afvoerend, prikkelend, heftig en onstuimig), omdat twee Zuid-Europese lathyrussoorten als geslachtsdrift opwekkend bekend stonden. Niger betekent zwart.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Overblijvend.
Plantvorm-Hemikryptofyt.
Hoofdbloei-Juni en juli.
Afmeting-30-80 cm.
|
|
|
Wortels-Een houtige wortelstok zonder knollen.
Stengels-De rechtopstaande stengels zijn sterk vertakt, niet of onduidelijk gevleugeld (de vleugels zijn minder dan 0,5 mm breed), vrijwel kaal en worden bij verdroging zwart.
|
|
Bladeren-De bladen zijn geveerd met vier tot zes paar elliptische tot langwerpige, 1-4 cm lange, stompe deelblaadjes met een stekelpuntige top.
|
|
|
|
Bloemen-Tweeslachtig. Een langgesteelde bloeiwijze met drie tot tien bloemen, die 1-1½ cm groot worden. Ze zijn paarsblauw, maar later worden ze blauw. De kelk is 3½-4½ mm lang. De kelktanden zijn minder dan half zo lang als de kelkbuis.
|
|
|
|
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. De 3,5-6 cm lange, giftige peul bevat zes tot tien (soms tot veertien) zaden. Tweezaadlobbig.
|
|
|
|
Biotoop
Bodem-Vrij Zonnige of licht beschaduwde, warme plaatsen op min of meer vochtige, matig voedselrijke, kalkrijke grond.
Groeiplaatsen-Kalkrijke lichte hellingbossen, bosranden, struwelen en rotsachtige plaatsen.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit Zuid- en Midden-Europa, Zuidwest-Azië en Noord-Afrika.
Nederland-Inheems. Verdwenen. Vroeger o.a. bij Nijmegen en op de Sint Pietersberg. Voor het laatst gevonden in 1951.
Vlaanderen-Niet ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
Wallonië-Ingeburgerd. Zeer zeldzaam.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl