Naamgeving (Etymologie): Verbascum is een verbastering van barbascum (gebaard), planten bedekt met vilt en voorzien van gebaarde meeldraden. Nigrum betekent zwart.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Bladeren: De onderste bladeren zijn langwerpig-eirond, hebben een hartvormige voet en zijn lang gesteeld. Van boven zijn ze donkergroen en van onderen lichter van kleur. Ze zijn ijl behaard en de bladrand is grof gekarteld. De verspreidstaande bovenste bladeren zijn kleiner en vrijwel zittend.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloeiwijze is langwerpig en niet of alleen aan de voet vertakt. De gele bloemen zitten in aarachtige kluwens. Ze zijn 1,2-2 ½ cm. Aan de voet zijn ze paarsrood gevlekt. De vijf meeldraden zijn vrijwel gelijk van vorm. Ze zijn paars-wollig behaard. De helmknoppen zijn niervormig. Het vruchtbeginsel is bovenstandig. De stempel is weinig dikker dan de stijl. Verder heeft een bloem vijf vergroeide kroonbladenen vijf kelktanden.
Bodem: Zonnige, open tot grazige plaatsen op droge, matig voedselrijke, zwak zure tot kalkrijke grond (zand, leem, mergel, zavel en stenige plaatsen).
Groeiplaatsen: Bermen (o.a. bovenranden van bermgreppels), dijken, langs spoorwegen (spoorbermen en spoorwegterreinen), braakliggende grond (industrieterreinen), grasland (ruige plaatsen), zeeduinen, puin, enigszins
ruderale plaatsen, ruigten (kalkrijke ruigten), rivierduinen (struwelen), akkers (akkerranden, met name in grasstroken langs akkers), bosranden, heggen en kapvlakten.
Verspreiding
Wereld: Van Midden-Scandinavië, Midden-Engeland en de Pyreneeen tot in Centraal-Azië.
Nederland:
Vrij algemeen in het zuiden, oosten en midden van het land en in de duinen. Elders zeldzamer.