Naamgeving (Etymologie): Cornus is afgeleid van het Griekse kranaos (hard), vanwege het harde hout of de harde vruchtsteen. Suecica betekent uit Zweden.
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Stengels: De rechtopstaande stengels
zijn vierkantig, vaak roodachtig en
meestal niet vertakt. De bovenste bladeren hebben in hun oksels niet-bloeiende zijtakjes. Zweedse kornoelje vormt groepen.
Bladeren: De zittende bladeren staan tegenover elkaar. Ze zijn spits, eirond, hebben een gave rand, met vijf tot zeven nerven. en ze zijn aan de bovenkant soms behaard.
Bloemen: Tweeslachtig. De bloeiwijze zit aan de top van de hoofdstengel. Het zijn kleine, dichtbloemige hoofdjes, die omgeven worden door vier grote eironde, witte schutbladen. De bloemen zijn donkerpaars en 2-3 mm. Na de bloei slaan de kroonbladen terug.
Bodem: Licht tot matig beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, voedselarme, zure, humeuze grond (zand en veen). Groeiplaatsen: Bosranden, bossen en heide (heideranden en bergheide).
Verspreiding
Wereld: Koudere streken op het noordelijk halfrond, in gebieden waar het klimaat door de zee wordt getemperd.
Zuidelijk tot in Nederland.
Nederland: Zeer zeldzaam in Noord-Drenthe. Sterk afgenomen.
Vlaanderen Niet in Vlaanderen.
Wallonië Niet in Wallonië.
Oude illustraties (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Flora Batava, deel 23, Jan Kops, F.W. van Eeden en L.Vuyck (1911)
Flora Danica, Georg Christian Oeder e.a. (1761-1883)
Bilder ur Nordens Flora, deel 2, Carl Axel Magnus Lindman (1922-1926)
Svensk botanik, deel 3, J.W. Palmstruch e.a. (1807)
Hortus Elthamensis, deel 1, J.J. Dillenius (1732)
Rariorum plantarum historia, deel 1, C. Clusius (1601)
Illustrations of the British Flora, Walter Hood Fitch (1924)
English Botany, or Coloured Figures of British Plants, deel 4, J.E. Sowerby (1865)